Wat is de betekenis van ombuigen?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

ombuigen

(1970) (pol.) bezuinigingen. Een reeks bezuinigingen noemt men in politieke kringen een ombuigingspakket. • Om uit die financiële sores te komen hebben achtereenvolgende kabinetten driftig geprobeerd 'om te buigen', wat een Haags woord is voor niet echt bezuinigen. Het staat voor minder meer uitgeven. (Nieuwsblad van het Noorden, 12/11/19...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ombuigen

ombuigen - Werkwoord 1. (intr) een gebogen stand aannemen Door de harde storm waren wat lantaarnpalen omgebogen 2. (ov) verbuigen 3. (ov) (politiek) wijzigen we zullen de uitgaven moeten ombuigen Woordherkomst samenstelling van om en b...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ombuigen

ombuigen - onregelmatig werkwoord uitspraak: om-bui-gen 1. in een andere richting zetten ♢ hij heeft het ijzerdraad omgebogen in een haak 2. minder geld uitgeven ♢ we zullen de uitgaven moeten o...

2024-04-19
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

ombuigen

een van de vele politieke eufemismen voor bezuinigen (op overheidsuitgaven). De term lijkt te suggereren dat met vaste hand een bepaalde koers gevaren wordt waarvan de richting tevoren nauwkeurig werd vastgesteld. Het beeld is mogelijk ontleend aan de stuurmanskunst van zeevaarders. Een negatief onderwerp (bezuinigen) wordt zo op een positieve mani...

2024-04-19
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Ombuigen

Ombuigen - politiek eufemisme voor ‘bezuinigen’. De term komt al voor bij Bunge (1985). Eveneens vermeld door Reinsma (1984), evenwel zonder vindplaatsen. Tijdens het kabinet-Lubbers 1 is ook veel omgebogen, maar als je het achteraf bekijkt zijn de uitgaven toen ook flink gestegen. Elsevier, 15-09-90 Wij zien mogelijkheden om drie tot vijf miljard...

2024-04-19
Politiek woordenboek

Marco Bunge (1985)

Ombuigen

Bezuinigen. Door ombuiging (verandering) van het beleid wordt een bezuiniging mogelijk.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ombuigen

v., ombûg(j)e, omsette.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ombuigen

(boog om, heeft en is omgebogen), 1. iets zodanig buigen dat de delen ten opzichte van elkaar een andere stand krijgen: ijzerdraad, staven, stangen ombuigen; de tuinman moet de takken wat naar de stam ombuigen; 2. zich buigen en daardoor een andere stand aannemen, een gebogen stand bekomen: de takken buigen voortdurend om.