Wat is de betekenis van oir (oor)?

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

oir (oor)

[→Fr.], o., iemands afstammelingen in de rechte lijn; vooral rechtsterm: bij ontstentenis van het mannelijk —, uit de oudste zoon gesproten, gaat de kroon over op diens broeders of hun mannelijk -.