Wat is de betekenis van Office?

(zelfstandig naamwoord) [alg.] kantoor, bureau - Het kantoor bevindt zich in een prachtige villa.

Kantoor. Werkruimte tussen restaurant en keuken, waar nagenoeg alle handelingen voor bediening van de gasten beginnen (zie ook: Pantry).

office - zelfstandig naamwoord uitspraak: of-fis 1. kamer waar men schrijft en gegevens verwerkt ♢ ons kantoor heet tegenwoordig office 2. werkruimte in hotels en restaurants waar de schotels worden klaargezet ...

kantoor

Bureau, kantoorruimte); werkkamer. Het woonhuis: ... gelijkvloers: ruime hall met trapzaal, ineenlopende zitplaats en eetplaats (stijl 1900), kleine afzonderlijke eetplaats, office met toilet, keuken, Gent 19/8/1976, p. 23. Ook: Gent 12/8/1976.

kantoor.

dienst; officie; ambt; bureau; (advocaten)kantoor; 't aanrechten van de tafel; dienstpersoneel; bons offices, bemiddeling; office divin, kerkdienst; le saint office, de Inquisitie; office des morts, lijkdienst; office de publicité, advertentiebureau; faire office de, dienen als, optreden als; faire l’office de, dienst doen als, di...

ambt, betrekking, dienst; bediening; taak; officie; (kerk)dienst, ritueel, gebed (en); ministerie, kantoor, bureau; the Holy Office, het Heilig Officie: de Inquisitie; H. M. Stationery Office, de Landsdrukkerij; the offices, de werkvertrekken (van de bedienden); de (bij)keuken, aanrechtkamer; good offices committee, commissie van goede diensten; hi...

(Fr.), o., 1. (banketb.) suikerwerkerij; 2. (in hotels) werkruimte waar de spijzen en schotels worden afgeleverd en gereed gezet om door het serverend personeel in ontvangst te worden genomen.