OF
Off
Nederlandstalige WikiWoordenboek
of - Voegwoord 1. Nevenschikkend: gebruikt om keuze aan te geven ♢ Hij loopt (of) over straat, of hij zit in de kroeg. 2. Onderschikkend: inleiding van een bijzin om onzekerheid aan te geven ♢ Ik weet niet of Jan wel komt''. 3. oftewe...
Nu slechts 21,95!
Nederlands woordenboek voor onderwijs
of - voegwoord 1. verbinding tussen twee mogelijkheden ♢ je gaat naar school of je gaat werken 2. geeft aan dat het onzeker is ♢ ik weet nog niet of ze komt 1. hij deed of hij mi...
Begrippen, stromingen, denkers
Zie conjunctie en disjunctie.
Nederlandse encyclopedie
voegw., 1. ter verbinding van twee zinsdelen die verschillende mogelijkheden uitdrukken (in sommige contexten elkaar uitsluitend, in andere niet; in het laatste geval gebruikt men wel de constructie en/of): het is dag — het is nacht; deze — gene, iemand, wie ook; de een — ander, iemand; het een — ander, iets; een — and...
Friesch woordenboek
conj., of; (alsof), oft; ja — neen, ja ofte né; min — meer, min ofte mear.
Dr. F.P.H. van Wely
van; the city of Rome, de stad Rome; of itself, vanzelf; uit zichzelf; no prudence of ours, van onze zijde; the three of them, het drietal; there were fifty of them, er waren er vijftig; ze waren met hun vijftigen; he of all men, en dat juist hij; Prussian of (the) Prussians, een echte Pruis; of an evening (morning), des avonds, des morgens.
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
vw., 1. ter verbinding van twee zinnen of zinsdelen die elkaar uitsluiten en waarvan er slechts een aan de werkelijkheid kan beantwoorden: het is dag of het is nacht; hij wil overwinnen of sterven; — deze of gene, enig persoon, wie ook ; — de een of ander, enig mens, iemand; — het een of ander, enig din...
M. J. Koenen's Verklarend handwoordenboek
I. (nevenschikkend voegw.: 1 tegenetellend; 2 schijnbaar gelijkstellend): 1. ja of neen; 2 een adverbium of bijwoord, anders gezegd; II. (onderschikkend voegw.: 1 voorwaardelijk; 2 grammatisch verbindend): 1. ik neem het aan, of gij het goedvindt of niet; (meer toegevend: ofschoon): of hij al boos is, het kan mij niets schelen; (meer vergelijkend...
Modern Woordenboek (1930-1961)
1. om aan te duiden dat slechts één der beide gevallen waar is : het is dag het is nacht; ja neen; liever, ook, ook wel, wel, zelfs. 2.in het tegenovergestelde geval: schei uit, hij zal het merken. 3. immers niet: meen jij alles alleen te weten? jij meent immers niet... 4. ongeveer: een pond drie. 5. anders gezegd : het bijwoord ad...
I.M. Calisch (1864)
Of, vw. aanduiding van twijfel of onzekerheid; indien; dan wel; als of; naauwelijks; ik weet niet - het waar is; zie - dit uitvoer- baar@#is; gij vraagt - ik u bemin; hij kwam daar als - hij geroepen was (juist van pas); de eene - de andere, een van beide; eene el - zes, iets meer of minder dan zes ellen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.