octrooirecht
geheel van rechtsregels die op octrooien betrekking hebben.
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
Frans van Lier (1987)
Recht dat een persoon kan doen gelden op een nieuwe uitvinding of een verbetering van een bestaand apparaat of een bestaande werkwijze; de rechthebbende is de eerste aan wie het recht is toegewezen door het octrooibureau (en dat hoeft niet de uitvinder te zijn); het gaat vooral om het recht op de opbrengsten van de produktie van de uitvinding of ve...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
is het geheel van rechtsregels, die het recht van octrooi, zijn ontstaan, handhaving en te niet gaan, beheerschen. Het o. is in Ne d. geregeld in de Octrooiwet Stbl. 1912, nr. 172. Lit.: W. L. P. A. Holengraaff, Leidraad bij de beoef. v. h. Ned. Handelsrecht (II); W. H. Drucker, Handb. v. h. Ned. Octrooirecht.
J. Hagers (1910)
Octrooirecht - Moorrees, W., Het octrooirecht, geb. f 4.10. ’s Gravenhage, Mouton en Co.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: