Wat is de betekenis van ochtendstond?

2024-04-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ochtendstond

ochtendstond - Zelfstandignaamwoord 1. begin van de morgen 2. (verouderd) uur waarop de dag aanbreekt 3. (figuurlijk) eerste begin Woordherkomst samenstelling van ochtend(zelfstandig naamwoord) en stond(zelfstandig naamwoord)

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ochtendstond

m. (-en), 1. morgenstond; 2. (tig.) eerste begin, aanvang : ’s werelds ochtendstond.

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ochtendstond

ook in ongemeener vorm UCHTENDSTOND, m. (-en), het uur van den vroegen morgen, het uur van het aanbreken van den dag; (oneig.) de morgenstond, de eerste uren van den morgen; (fig.) het eerste begin, de aanvang, t. w. van nieuwe tijdperken, die ook gezegd worden aan te breken en aan te lichten: ’s werelds ochtendstond.