Wat is de betekenis van occasioneel?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

occasioneel

occasioneel - Bijvoeglijk naamwoord 1. (medisch) nu en dan voorkomend 2. toevallig Woordherkomst afgeleid van het Franse occasionnel met het achtervoegsel -eel

2024-04-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Occasioneel

[Fr. occasionnel] bij gelegenheid, nu en dan, niet als regel.

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Occasioneel

(okkasioneel) toevallig; bij gelegenheid

2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Occasioneel

toevallig, aanknopend bij een bepaalde gelegenheid,

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Occasioneel

(<Fr.), bn. bw., 1. geschiedend, aanknopend bij een bepaalde gelegenheid: occasioneel onderwijs; iets occasioneel behandelen; (taalk.) de occasionele betekenis van een woord, die gebonden is aan een bep. verband; 2. toevallig: dat is wel occasioneel,, dat ik je juist hier moet vinden (vgl. casueel).

2024-04-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

occasioneel

gelegenheids-; te gelegener tijd, zo bij ge legenheid, zo nu en dan, als het zo toevallig pas geeft.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

occasioneel

bw. (Fr. occasionnel: bij gelegenheid; toevallig): iem. occasioneel ontmoeten.

2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

occasioneel

occasioneel - bij gelegenheid, ter gelegener tijd.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Occasioneel

Occasioneel - bij gelegenheid; wanneer de gelegenheid zich voordoet.