Wat is de betekenis van Occasion?

2024-04-25
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

occasion

(zelfstandig naamwoord) [alg.] gelegenheidskoopje, buitenkansje, voordeelaanbieding - Zetten ze 'buitenkansje' op de ruit, blijkt het ding de 'normale' prijs te kosten. [vervoer] tweedehandsje, gebruikte auto, gebruikte wagen - Een tweedehansje glimt niet minder, maar scheelt je veel geld.

2024-04-25
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Occasion

Occasion is een term die wordt gebruikt om een tweedehands auto mee aan te duiden. Het woord is ontleend aan het Frans waar occasion zoveel betekent als koopje, buitenkansje, aanbied...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

occasion

occasion - Zelfstandignaamwoord 1. een tweedehands auto, bedrijf dat tweedehands auto's verkoopt De Marathon Run moet vooral een feestje worden voor de deelnemers. Iedereen die meedoet krijgt het Houssein Occasions-shirt dat de acteurs in de musical dragen. Na afloop van de hardloopwedstrijd door de...

2024-04-25
Psychosociale gespreksvoering

Markus van Alphen (2015)

Occasion

Occasion setter - een situatie of omgeving, die in principe neutraal is, die nu een (niet bij die situatie passend) gevoel ontlokt.

2024-04-25
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

occasion

koopje. Slaat meestal op een tweedehands auto die wordt gekocht bij een ‘occasionbedrijf’. Dit Franse woord wordt in Nederland vaak op z’n Engels uitgesproken (in Vlaanderen prefereert men ‘occasie’), terwijl die betekenis in het Engels helemaal niet bestaat. Jaap Bakker stelt in zijn artikel ‘De kracht van power. Tien goede redenen om een vreemd w...

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Occasion

[Fr.] gelegenheidskoopje.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Occasion

tweedehands artikel; koopje

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Occasion

gelegenheidskoopje

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Occasion

gelegenheid; aanleiding; koopje; avoir l’occasion, (de) gelegenheid hebben, in de gelegenheid zijn; fournir l’occasion de, de gelegenheid verschaffen om, in de gelegenheid stellen om; prendre (saisir) l’occasion aux cheveux, de gelegenheid aangrijpen; profiter de l'occasion, de kans waarnemen; à l’occasion, bij g...