Obstinaat
(<Lat.), bn. bw., hardnekkig, halsstarrig.
Wiktionary (2019)
obstinaat - Bijvoeglijk naamwoord 1. van een persoon dat deze stug aan zijn eigen ideeën blijft vasthouden zonder zich aan anderen aan te passen ♢ De wei bleef er apathisch bij, iedereen stond duidelijk te wachten op Guns N’ Roses. Dat was buiten Chrissie Hynde gerekend. Zij schudde de festivalgangers...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat. obstinatus, van obstinare, -atum = ergens op staan (stare = staan)] stijfkoppig, halsstarrig, hardnekkig; met taaie volharding.
Jozef Verschueren (1930)
(opsti'na:t) bn. en bw. (...nater, -st) [Lat. obstinatus] eigenzinnig, hardnekkig, koppig.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: