Wat is de betekenis van Obediëren?

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Obediëren

gehoorzamen

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Obediëren

(obedieerde, heeft geobedieerd), (<Lat.), (veroud.) gehoorzamen: dat ik God den Here, heb moeten obediëren (Wilhelmuslied).

2024-04-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

obediëren

gehoorzamen.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

obediëren

geobedieerd (Lat. obedire: gehoorzamen); dan dat ik God den Here .... heb moeten obediëren.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

obediëren

(obtdie:rən) (obedieerde, heelt geobedieerd) [Lat. oboedire] gehoorzamen: dan dat ik God den Heere, heb moeten (Wilhelmuslied).

Gerelateerde zoekopdrachten