Wat is de betekenis van Obediëntie?

2024-04-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Obediëntie

[Lat. oboedientia, van oboedire, van ob = tegenover, naar, en audire = horen] gehoorzaamheid.

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Obediëntie

gehoorzaamheid; geleidebrief voor reizende ordegeestelijke

2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Obediëntie

gehoorzaamheid

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Obedientie

(<Lat.), v., 1. gehoorzaamheid, dienstplicht (inz. in kloosters); 2. (-s, ...tien), kloosterlijke geleibrief voor reizende ordegeestelijken.

2024-04-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

obedientie

v. gehoorzaamheid; kloostertucht, dlenston dergeschiktheid in kloosters; (ook:) kloosterlijke gelei brief voor reizende ordesgeestelijken.

2024-04-24
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Obediëntie

i/h algemeen gehoorzaamheid, doch speciaal de onderworpenheid v. R.K. geestelijken a/d boven hen staande kerkel. macht; ook wel: geloofsbrief v. reizende ordegeestelijken.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

obediëntie

(obedi'ensi) v. (-s) gehoorzaamheid.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

obediëntie

[Lat.], v., gehoorzaamheid, dienstplicht (m.n. in kloosters); (—s), kloosterlijke geleibrief voor reizende ordegeestelijken.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

obediëntie

obediëntie - v., gehoorzaamheid.