Wat is de betekenis van Notoriteit?

2024-10-10
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Notoriteit

(notoriëteit) algemene bekendheid; openbaarheid

2024-10-10
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Notoriteit

algemene bekendheid

2024-10-10
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Notoriteit

NOTORIËTEIT' (<Fr.), v., algemene bekendheid; — akte van notoriteit, authentieke akte waarbij de comparanten getuigenis afleggen omtrent een zaak of de staat van een persoon, als algemeen bekend, welke akte dan strekt ter vervanging van andere bewijsstukken, inz. ter vervanging van een geboorteakte.

2024-10-10
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Notoriteit

Notoriëteit, algemeene bekendheid, openbaarheid; notorisch, notoor, notoir, wereldkundig, van algemeene bekendheid, openbaar.

2024-10-10
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Notoriteit

vr., toestand van wat notoir, notorisch is.

2024-10-10
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Notoriteit

NOTORIËTEIT, v. algemeene bekendheid; akte van notoriteit, eene notarieele akte, waarbij de comparanten getuigenis afleggen omtrent eene zaak of den staat van een persoon, als algemeen bekend, welke akte dan strekt ter vervanging van andere bewijsstukken, inz. ter vervanging eener geboorteakte.

2024-10-10
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

notoriteit

notoriteit - notoriëteit, v. algemeene bekendheid; akte van notoriteit