Wat is de betekenis van notabel?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

notabel

Het begrip notabel heeft 3 verschillende betekenissen: 1) aanzien hebbend. aanzien hebbend; aanzienlijk; voornaam; in het bijzonder: behorend tot degenen die in een land, stad, dorp e.d. van aanzien zijn door hun beroep of functie, soms ook door hun afkomst, kennis of ervaring. 2) opmerkenswaardig. opmerkenswaardig; belangrijk; voorn...

2024-04-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Notabel

[Fr. notable, van Lat. notabilis = in het oog vallend, uitstékend] aanzienlijk, voornaam.

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Notabel

voornaam; aanzienlijk

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

notabel

vername persoon.

2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Notabel

merkwaardig; notabelen: aanzienlijkste burgers

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Notabel

(<Fr.), bn. (-er, -st), merkwaardig; — aanzienlijk, voornaam : de notabele ingezetenen.

2024-04-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

notabel

merkwaardig; aanzienlijk, voornaam.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

notabel

Fr. notable, Lat. notabilis, 1. bn. (aanzienlijk, voornaam): notabele ingezetenen v. d. stad; 2. notabele, notabelen (voornaam of aanzienlijk burger): de notabelen van de stad; Fr. gesch. de bijeenroeping der notabelen onder Lodewijk XVI, 1e. van 22 Febr. 1787-25 Mei 88, en 2e van 6 Nov. 1788-12 Dec. 88 om te beraadslagen over de financiën; Pr...

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Notabel

1) vooraanstaand burger; in Frankrijk werden 2 maal (1787/'88 en 1788) de ,,notables” bijeengeroepen door Lodewijk XVI ter beraadslaging over de financiën; 2) i/d Ned. Herv. Kerk, d/d stemgerechtigde leden gekozen college, dat met de kerkvoogden de materieele zaken der kerk bestuurt.