Wat is de betekenis van none?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

none

Het begrip none heeft 2 verschillende betekenissen: 1) interval. interval van negen tonen, een octaaf plus een secunde. 2) getijdengebed. zesde van de acht rooms-katholieke getijdengebeden, dat in kloosters wordt gebeden op het negende uur, om drie uur 's middags. Het meervoud nonen wordt vaak gebruikt in de betekenis van het...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

none

none - Zelfstandignaamwoord 1. (muziek) de negende trap van een diatonische toonladder 2. (muziek) een interval met een toonafstand zoals die van de eerste naar de negende toon van een diatonische toonladder (een octaaf plus een seconde) 3. (religie) een van de kleine kerkelijke getijden Om drie uur 's midd...

2024-04-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

None

[v. Lat. nonus = negende] 1 (muz.) negende toontrap; interval van 9 toontrappen van de grondtoon af; 2 [v. kerk. Lat. ad horam nonam = bij het negende uur = 3 uur na de middag] (rk) getijde voor het 9e uur, het laatste der zgn. kleine uren (prime, terts, sext en none).

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

None

interval; dankgebed (r.k.)

2024-04-24
Muziekencyclopedie

S. van Ameringen (1962)

none

1. de negende trap in de diatonische toonladder; 2. het interval dat samengesteld is uit het octaaf plus de secunde.

2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

None

de 9de toon van diatonische toonladder; daggebed van het 9de uur.

2024-04-24
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

None

R.K. biduur, gebed.

2024-04-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

none

I. geen, niet een; niemand, niets; it is none of my business, ’t is mijn zaak niet, ’t gaat me niets aan, ik heb er niets mee te maken; none of your impudence!, geen brutaliteit alsjeblieft!; I. will have none of ill, ik moet er niets van hebben!; his ears were none of the shortest, niet van de kortste; none but he, alleen hij; none oth...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

None

v., 1. (muz.) de negende toon van de grondtoon af; 2. (R.-K.) laatste van de vier kleine uren van het breviergebed, dat in het koor om drie uur gebeden wordt.