Wat is de betekenis van nominatief?

2024-04-19
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nominatief

nominatief - Zelfstandignaamwoord 1. (grammatica) de eerste van de 8 naamvallen van de Indo-Europese talen. In deze vorm staat meestal een onderwerp of naamwoordelijk deel van een gezegde nominatief - Bijvoeglijk naamwoord 1. gesteld op naam van iemand Bij nominatieve aandelen is de na...

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Nominatief

1 afk. n [Lat. casus nominativus = de noemende naamval ] zn eerste nv (die het onderwerp van de zin noemt); 2 [Fr. nominatif] bn luidende op naam (bijv.: nominatief aandeel).

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Nominatief

naamsgewijs gerangschikt

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

nominatief

1ste naamval.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nominatief

I. NOMINATIEF (<Lat.),m., (spraakk.) eerste naamval. II. NOMINATIEF', bn., luidende ten name van een bepaald persoon: nominatieve aandelen.

2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

nominatief

1 aj. naamsgewljs gerangschikt; 2 (Lat.) no minativus, m. eerste naamval.

2024-04-19
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

NOMINATIEF

= de naamval die noemt, in het Nederlands der 17de eeuw daarom wel de noemer, thans echter eerste naamval geheten, is de vorm van een naamwoord dat als onderwerp, naamwoordelijk deel van een gezegde of als bepaling bij die zinsdelen optreedt. Als bijvoeglijk naamwoord gebruikt, betekent nominatief „ten name van een bepaal...

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nominatief

m. nominatieven (spraakk. eig. noemer, naamgever: eerste naamval); ook, Lat. nominativus, m. nominativi.