Wat is de betekenis van nokje?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

nokje

(1998) (bridge) strafdoublet. • Nokje. Strafdoublet. (Toine van Hoof: Het Bridge woordenboek. 1998)

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nokje

nokje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord nok

2024-04-25
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

nokje

strafdoublet

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nokje

o. (II).

Gerelateerde zoekopdrachten