Wat is de betekenis van nogmaals?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nogmaals

nogmaals - Bijwoord 1. nog een keer , opnieuw

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

nogmaals

nogmaals - bijwoord uitspraak: nog-maals 1. nog een keer ♢ hij heeft me nogmaals bedrogen 1. nogmaals bedankt [ik heb je al bedankt en ik bedank je nog een keer] Bijwoord: nog...

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

nogmaals

nog ‘n keer, opnuut.

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Nogmaals

adv., jit(te)ris.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nogmaals

bw., nog eens, wederom, opnieuw: ik zeg u nogmaals, wees voorzichtig; na mij nogmaals de hand te hebben gedrukt, vertrok hij.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nogmaals

bw. (nog eens, opnieuw, wederom): wees nogmaals gegroet, nog een keer.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nogmaals

('nochma:ls) bw. nog een keer ; welkom!

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nogmaals

bw., nog eens, wederom, opnieuw: ik zeg je nogmaals, wees voorzichtig!