Wat is de betekenis van noest?

noest is een Nederlands woord dat "wild, woest" of "woest, driftig" kan betekenen. Het kan ook gebruikt worden om iets te beschrijven dat onvoorspelbaar of onstuimig is. Bijvoorbeeld: "De noeste golven sloegen tegen de kust aan," of "Hij is zo noest dat je nooit weet wat hij gaat doen".

bedrijvig, ijverig uitspraak [noest] citaat "Rinus Israël keek als rapporteur van dagblad De Telegraaf naar het duel tussen AZ en Feyenoord. De noeste verdediger van weleer schrok zich rot: 'Het was treurnis troef. Niemand bij Feyenoord haalde zijn normale niveau.'" Bron: Feyenoord-icoon treurt: ''Niemand haald...

noest - Bijvoeglijk naamwoord 1. onvermoeibaar ijverig, met name fysiek ♢ Een mens komt tot diepere inzichten door iets te gaan doen dat hij zelden doet. In mijn geval was dat: noeste handarbeid. noest - Bijwoord 1. op noeste wijze ♢ Er werd noest...

noest - bijvoeglijk naamwoord 1. toegewijd maar moeizaam ♢ hij is altijd een noeste werker geweest Bijvoeglijk naamwoord: noest de/het noeste ...

(zn) kwast in het hout LC.

Het woord noest wordt tegenwoordig alleen nog gebezigd in de verbindingen: met noeste vlijt en: met noeste ijver. Men verstaat er onder: arbeidzaam, bedrijvig, naarstig. Het woord wordt in verband gebracht met het zelfstandig naamwoord oest, een bijvorm van oogst. Noest verhoudt zich dan tot oest als nijver tot ijver en als naarstig tot ernstig. De...

of kwast is een ingegroeide takvoet of -rest, die bij het verzagen te voorschijn komt.

s., oast.

I. NOEST m. (-en), kwast, knoest in hout. II. NOEST, bn. bw. (-er, -st), met grote, toegewijde vlijt werkzaam, resp. bedreven ; thans in beperkt gebruik en veelal met gedachte aan moeizaamheid: noeste vlijt ; noeste werkers.