Wat is de betekenis van nobele?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

nobele

(1908) (Barg.) man, kerel. • Heeft een „nobele" eens een poosje geen thuis dan slaapt hij maar zoolang in of óp de groene deken, dat is in de weide of op een bleekveld; al het edelvolk heeft een afkeer van den krententuin, de bedelaarskolonie Veenhuizen; en is er iemand onder de „gabbers" wat klein van stuk, zoodat hij goed...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nobele

nobele - Bijvoeglijk naamwoord 1. verbogen vorm van de stellende trap van nobel

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Nobele

(Barg.) man, beminde

2024-04-25
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

nobele

man; vrijer. Wat doe[t] je nobele? Die luimt nog.Dat liet de nobele zich geen tweemaal zeggen.

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

nobele

nobele - m., (argot) man, beminde.

Gerelateerde zoekopdrachten