Wat is de betekenis van nijver?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nijver

nijver - Bijvoeglijk naamwoord 1. hard werkend Het is een goede traditie dat vindingrijke abonnees hun creatieve vaardigheid tonen bij Kunst in het Volkspark. Elk jaar gebeurt dat op een andere manier. Meestal is de actie gebaseerd op de actualiteit of een rage die op dat moment speelt. Zo deden tal van lez...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Nijver

adj. & adv., iverich, flitich, dipper.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nijver

bn. bw. (-der, -st), arbeidzaam, naarstig: de nijvere landman; de nijvere bij.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nijver

bn., bw.; nijverder, nijverst (naarstig, arbeidzaam): de nijvere bij, een nijvere bevolking.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nijver

('nijvər) bn. en bw. (-der, -st) [ijver] zonder ophouden, met verstand en overleg werkend : de -e landbouwer, bevolking, stad, maatschappij ; de -e bij. Syn. → arbeidzaam.

2024-04-20
Levende taal verklarend woordenboek

T. Pluim (1921)

Nijver

zie Naarstig.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nijver

bn. en bw. (-der, -st), arbeidzaam, naarstig: de nijvere landman; de nijvere bij.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)