Wat is de betekenis van Nieuwlichter?

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Nieuwlichter

s., nijljochter.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nieuwlichter

m. (-s), 1. aanhanger van een godsdienstige sekte die door een ,,nieuw licht” de waarheid meent te kennen; 2. aanhanger van nieuwe opvattingen of denkbeelden.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nieuwlichter

m. nieuwlichters (1 afgescheidene [1834] van de Hervormde Kerk; 2 bij uitbr. moderne, niet-orthodoxe): 1. de naam nieuwlichter was een scheldnaam in de vervolgingstijd tussen 1830 en ‘40; 2. de nieuwlichter Jan Luycken.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Nieuwlichter

Iemand, die een nieuw geestelijk lichtwil brengen; het woord wordt vaak ironisch gebruikt voor iemand, die een nieuw denkbeeld verkondigt. Voor honderd jaar heetten de zgn. afgescheidenen of Christelijk gereformeerden: nieuwlichters.