nietig
...
Wiktionary (2019)
nietig - Bijvoeglijk naamwoord 1. verwaarloosbaar klein ♢ Zijn bijdrage was nietig vergeleken bij de hare. 2. ongeldig. ♢ De overeenkomst werd nietig verklaard. Woordherkomst Afleiding van niet met het achtervoegsel -ig.
Muiswerk Educatief (2017)
nietig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: nie-tig 1. klein en niet belangrijk ♢ ze wonen in een nietig huisje 2. niet geldig voor de wet ♢ het huwelijk werd nietig verklaard ...
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj., neatich, nearzich, luzich, strobbich, strobeftich, skiterich, sinters; — persoon, blaes-om, blaes-wei, pûst-wei, waei-wei, ierdmantsje (it), -manke (it), pjut (it), hantsjefol (it), knyn (de & it), prul (it).
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), 1. (rechtst.) zonder kracht, niet geldig: een nietige overeenkomst; een huwelijk nietig verklaren; 2. zonder waarde, onbeduidend: een nietige zaak ; onder een nietig voorwendsel; — (in ’t bijz.) zonder eeuwigheidswaarde; vergankelijk: een nietig wezen; 3. klein en mager, onaanzienlijk:...
M. J. Koenen's (1937)
bn. (zonder kracht, zonder waarde, klein, onbeduidend): een nietige handeling; een nietig kereltje.
Jozef Verschueren (1930)
(ni:təch) bn. en bw. (-er, -st) 1. niets betekenend : hij is zo onder,al die groten. 2. vergankelijk : een schepsel. 3. klein, zwak : een kereltje. 4. zonder waarde : een -e zaak; een verzuim. Syn. nietswaardig. 5. zonder kracht: een vonnis verklaren.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: