Wat is de betekenis van netjes?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

netjes

netjes - Bijvoeglijk naamwoord 1. tot netheid geneigd Zij is altijd al erg netjes geweest. netjes - Bijwoord 1. op een nette manier Hij heeft zijn kamer netjes opgeruimd. netjes - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwo...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

netjes

netjes - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: net-jes 1. met goede manieren, zoals het hoort ♢ hij heeft me netjes behandeld 2. schoon, met nette kleren en haren, niet te opvallend ♢ Ardie was netje...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Netjes

adj. & adv., kreas, knap, kwier, krûdich, hibbich, netsjes, trinten, tsjep, himmel, pril; (adv.), keintsjes; — gekleed, kreas yn ’e klean, kwik(ker).

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Netjes

bw., 1. keurig, sierlijk, fraai: netjes gekleed; netjes gemeubileerd ; netjes geschreven ; — dat staat netjes ; vand. ook als praedicatief bn.: wat ben je netjes vandaag! 2. regelmatig, ordelijk: ga nu eens netjes zitten; schik de boel nu eerst eens netjes op ; 3. zoals het hoort, fatsoenlijk, manierlijk: iem. netjes behandelen; dat is niet...

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

netjes

bw. (aardig; sierlijk; naar behoren): netjes in elkaar gezet; dat staat (niet) netjes; altijd even netjes gekleed; ir. jawel, netjes thuisblijven!

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

netjes

('netjəs) I. bn. en bw. keurig, zorgvuldig, in de puntjes : zijn kleding was altijd -, wat zie je er uit vandaag! die jas staat, zit -. II. bw. 1. fatsoenlijk : zich houden; iemand niet behandelen; Iron. hij mocht zich thuis amuseren. 2. nauwkeurig, juist, precies : wie kon die uitkomst zo voorzien? 3. volstrekt: hier is zijn gezag uit....

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

netjes

bw., 1. keurig, sierlijk, fraai: netjes gekleed, gemeubileerd; opgeruimd staat netjes!; vandaar ook als predik, bn.: wat ben je netjes vandaag!; 2. zoals het hoort, fatsoenlijk: iemand netjes behandelen; dat is niet netjes.