Wat is de betekenis van Netenkop?

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

netenkop

(19e eeuw) (inf.) vitziek mens; iemand die altijd uit zijn humeur is; neetoor*. Letterlijk: hoofd met ongedierte. O.a. in de Zaanstreek (zie Boekenoogen). • Een neetoor is een kitteloorig mensch, zegt Hoeufft, naar ik meen te regt. Den zoodanigen krieuwelt het achter de ooren, alsof hij er neten had. Met deze opvatting komen ook overeen de bij...

2024-03-29
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Netenkop

(vnl. in de Zaanstreek) vitziek mens; iemand die altijd uit zijn humeur is; neetoor. Letterlijk: hoofd met ongedierte. Een neetoor is een kitteloorig mensch, zegt Hoeufft, naar ik meen te regt. Den zoodanigen krieuwelt het achter de ooren, alsof hij er neten had. Met deze opvatting komen ook overeen de bij Weiland vermeide spreekwijzen: dat is een...

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Netenkop

m. (-pen), neetoor.

Wil je toegang tot alle 4 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

netenkop

m. en v. (-pen) neetoor.

Gerelateerde zoekopdrachten