Wat is de betekenis van nep?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

nep

1) (1925) (< Dui. nepp, bedrog) (oorspr. Barg., later inf.) onecht, bedrieglijk, namaak. Zowel een zelfstandig naamwoord ('t is allemaal nep) als voorvoegsel(nepdiamanten, nepkunst enz.). • ‘Da's voor de nep’, lachte hij, ‘maar als je een koekoeksklok wilt, kan je er wel een krijgen; als je hem zelf maar in je koffer stopt...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nep

nep - Bijvoeglijk naamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) onecht, vals Wat heb je aan zo'n neppe vriend. Die diamant is nep. nep - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) bedrog, onechtheid De nep...

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

nep

nep - zelfstandig naamwoord 1. wat nagemaakt of nagebootst is ♢ dit is geen echt gouden horloge, het is nep 2. niet echt ♢ die kraag is van nepbont Zelfstandig naamwoord: nep ...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

nep

(< Hd. Nepp, bedrog), oplichterij, bedrog: Ik ging naar het concert van Edith Piaf in Olympia. Mooie nep; in de Paris Soir stond dat ze elk moment dood neer kon vallen en dat elke voorstelling haar laatste kon zijn, CREMER 251.