nemen
1) (1906) (iemand) beetnemen, bedriegen, te pakken nemen. Oorspr. Barg. Reeds bij Köster Henke: 'zich laten nemen': beetnemen. • ... jongens, laat je niet nemen, hij gaat er met je centen vandoor... (Godfried Bomans: Nieuwe Buitelingen. Uit: Omnibus. 1963) • Ik zocht naar een manier om weg te gaan en niet te laten merken dat ik me g...