Wat is de betekenis van Negende?

2024-04-19
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

negende

negende - Rangtelwoord 1. nummer negen in een rij Op de negende dag van de maand. 2. gedeeld door negen Een negende is meer dan tien procent. Woordherkomst Afgeleid van het hoofdtelwoord negen met het achtervoegsel -de

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Negende

I. rangtelw., komende na de of het achtste : op de negende dag ; — zelfst.: gij zijt de negende, de negende persoon; Lodewijk de Negende of de Heilige van Frankrijk ; het is vandaag de negende dag van de maand ; — ten negende, in de negende plaats; II. verdelingsgetal, elk der negen gelijke delen waarin iets verdeeld is of kan worden: e...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

negende

telw. 1. ranggetal, zelfstandig en bijvoeglijk: de negende (maand); 2. verdelingsgetal: een negende.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

negende

(‘ne:gəndə) 1.. bn. ranggetal: de maand. 2.o.(-n) negende deel.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

negende

1. rangtelw., komende na de of het achtste: op de negende dag; zelfst.: jij bent de negende, de negende persoon; Lodewijk de Negende of de Heilige van Frankrijk; Beethovens negende, te weten zijn 9e symfonie; ten negende, in de negende plaats; 2. verdelingsgetal, elk van de negen gelijke delen waarin iets verdeeld is of kan worden: een deel van de...

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Negende

bn. (ranggetal): gij zijt de negende, de negende persoon; Lodewijk de Negende of de Heilige van Frankrijk, Lodewijk, de negende koning van dien naam van Frankrijk; hij is geboren den negenden Januari, den negenden dag van de maand Januari; — ten negende, in de negende plaats; — o. (-n), een negende deel van iets: een negende HL., een n...