negende
...
Wiktionary (2019)
negende - Rangtelwoord 1. nummer negen in een rij ♢ Op de negende dag van de maand. 2. gedeeld door negen ♢ Een negende is meer dan tien procent. Woordherkomst Afgeleid van het hoofdtelwoord negen met het achtervoegsel -de
Van Dale Uitgevers (1950)
I. rangtelw., komende na de of het achtste : op de negende dag ; — zelfst.: gij zijt de negende, de negende persoon; Lodewijk de Negende of de Heilige van Frankrijk ; het is vandaag de negende dag van de maand ; — ten negende, in de negende plaats; II. verdelingsgetal, elk der negen gelijke delen waarin iets verdeeld is of kan worden: e...
M. J. Koenen's (1937)
telw. 1. ranggetal, zelfstandig en bijvoeglijk: de negende (maand); 2. verdelingsgetal: een negende.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
1. rangtelw., komende na de of het achtste: op de negende dag; zelfst.: jij bent de negende, de negende persoon; Lodewijk de Negende of de Heilige van Frankrijk; Beethovens negende, te weten zijn 9e symfonie; ten negende, in de negende plaats; 2. verdelingsgetal, elk van de negen gelijke delen waarin iets verdeeld is of kan worden: een deel van de...
J.H. van Dale (1898)
bn. (ranggetal): gij zijt de negende, de negende persoon; Lodewijk de Negende of de Heilige van Frankrijk, Lodewijk, de negende koning van dien naam van Frankrijk; hij is geboren den negenden Januari, den negenden dag van de maand Januari; — ten negende, in de negende plaats; — o. (-n), een negende deel van iets: een negende HL., een n...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: