Wat is de betekenis van neerslachtig?

2024-10-04
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-10-04
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

neerslachtig

neerslachtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. erg somber zijnde Het neerslachtige meisje voerde helemaal niets meer uit. Woordherkomst Afgeleid van het verouderde neerslacht (het neerslaan) met het achtervoegsel -ig

2024-10-04
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

neerslachtig

neerslachtig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: neer-slach-tig 1. in een zeer sombere stemming ♢ hij was erg neerslachtig tijdens die donkere dagen Bijvoeglijk naamwoord: neer-slach-tig ... is neerslachtiger dan ......

2024-10-04
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Neerslachtig

Bij het bijvoeglijk naamwoord neerslachtig hoort het zelfstandig naamwoord ne(d)erslacht: het neerslaan. Neerslachtig is dus letterlijk: naar beneden geslagen, in een benedenwaartse richting gebracht. Vandaar gaat het woord betekenen: nederig, ootmoedig. Vondel spreekt van priesters, die neerslachtig nederknielen. Elders leest men dat de mens zich...

2024-10-04
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Neerslachtig

adj., wanmoedich, ûnmoedich, tryst.

2024-10-04
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-10-04
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Neerslachtig

bn. bw. (-er, -st), terneer geslagen, verdrietig; bedroefd ; moedeloos: de zieke is de laatste dagen zeer neerslachtig.

2024-10-04
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

neerslachtig

bn., bw. (verdrietig, terneergeslagen; moedeloos; treurig): neerslachtig maken.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-10-04
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

neerslachtig

(ne:r'slachtəch) bn. en bw. (-er, -st. tijdelijk terneergeslagen, moedeloos. Syn. → bedroefd, mismoedig.