Wat is de betekenis van nazien?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nazien

nazien - Werkwoord 1. (ov) iets op onjuistheden inspecteren Ik heb dat nog even nagegaan, maar het klopt echt wel. Woordherkomst samenstelling van na(bijwoord) en zien(werkwoord) Synoniemen controleren

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Nazien

v., neisjen.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nazien

(zag na, heeft nagezien), 1. met de ogen volgen, zien naar iem. (of iets) die vertrekt: met tranen in de ogen zag zij hem na; 2. onderzoekend nagaan: iets in het spoorboekje nazien ; 3. iets nagaan om te zien of het aan bepaalde eisen voldoet : werk der leerlingen nazien ; zie eens na of alles in orde is ; rekeningen nazien ; — dru...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nazien

zag na, h. nagezien (1 nakijken; volgen met de ogen, iem. of iets, die of dat vertrekt, zich verwijdert; 2 nagaan, onderzoeken; 3 zien, of iets in orde is, corrigeren): 1. hij zag mij nog een heel eind na; 2. een tekening nazien; 3. het huiswerk der leerlingen nazien.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nazien

('na:) (zag na, heeft nagezien) 1. iemand die zich verwijdert met de ogen navolgen:met tranen in de ogen zag zij haar zoon na. 2. onderzoekend nagaan : een brief -; iets in een boek; zie er die tekst eens op na; ze komen over tienen, ik heb het nagezien. 3. onderzoeken of iets in orde is : iemands werk, kas -.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nazien

(zag na, heeft nagezien), 1. met de ogen volgen, kijken naar iemand, die of iets dat vertrekt: met tranen in de ogen zag zij hem na; 2. opzoeken: iets in het spoorboekje nazien; 3. (iets) nagaan om te zien of het aan bepaalde eisen voldoet: werk van leerlingen nazien; zie eens na of alles in orde is; rekeningen drukproeven nazien, corrigeren; 4....

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Nazien

(zag na, heeft nagezien), met de oogen volgen, zien naar iem. (of iets) die vertrekt: met tranen in de oogen zag hij hem na; — zien of alles in orde is : werk der leerlingen nazien; het waschgoed nazien; zie eens na of alles in orde is; rekeningen nazien; corrigeeren (drukproeven); van een ander afzien hoe iets wezen moet; — lezen, nag...