Wat is de betekenis van nauwkeurig?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nauwkeurig

nauwkeurig - Bijvoeglijk naamwoord 1. erg zorgvuldig De vragen werden met zeer nauwkeurige antwoorden beantwoord. Woordherkomst Samenstellende afleiding van nauw en de stam van keuren met het achtervoegsel -ig Synoniemen precies, nauwgezet, stipt, accuraat, prompt, punctue...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

nauwkeurig

nauwkeurig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: nauw-keu-rig 1. met veel aandacht en op de kleine dingen lettend ♢ hij maakte de motor nauwkeurig schoon Bijvoeglijk naamwoord: nauw-keu-rig ... is nauwkeuriger dan ......

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Nauwkeurig

adj. & adv., krekt, sekuer, presiis, eptich; een -e weegschaal, in pear griffe skealjes; (adv.), hierfyn, op in hier ôf, op ’e, in prik, yn, út ’e puntsjes.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nauwkeurig

bn. bw. (-er, -st), 1. met zorg en aandacht te werk gaand, resp. daaruit voortvloeiend, niet slordig of oppervlakkig, nauwlettend, precies: hij is heel nauwkeurig; een nauwkeurig onderzoek instellen; nauwkeurige opmetingen; hij drukt zich niet nauwkeurig uit) iets nauwkeurig afpassen; 2. zodanig dat het gezegde tot in bijzonder...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nauwkeurig

bn., bw. (niet oppervlakkig, niet vluchtig, niet slordig; juist, zorgvuldig, stipt): nauwkeurige inlichtingen; iets nauwkeurig willen weten; een nauwkeurig onderzoek; 3,64 is nauwkeurig (tot) op een ½ honderdste, de werkelijke waarde ligt tussen 3,645 en 3,635.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nauwkeurig

(nouw'keurəch) bn. en bw. (-er, -st) volkomen juist: een mens; toezicht; een -e tekening; -e inlichtingen; tot op een cent -e rekeningen; iets berekenen tot in drie decimalen -; lezen; iets willen weten. Syn.→ juist.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nauwkeurig

bn. en bw. (-er, -st), 1. met zorg en aandacht te werk gaand, resp. daaruit voortvloeiend, niet slordig of oppervlakkig, nauwlettend, precies: hij is heel nauwkeurig; een onderzoek instellen; nauwkeurige opmetingen; hij drukt zich niet uit; iets afpassen; 2. zodanig dat het gezegde tot in bijzonderheden toepasselijk is, precies: zij stemmen nauwke...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)