Wat is de betekenis van nauwelijks?

2024-04-18
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nauwelijks

nauwelijks - Bijwoord 1. net, op het nippertje, wel of niet Woordherkomst afgeleid van nauw met het achtervoegsel -lijks met het invoegsel -e- Synoniemen amper, ternauwernood

2024-04-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

nauwelijks

nauwelijks - bijwoord uitspraak: nau-we-lijks 1. met moeite, bijna niet ♢ ik kon het nauwelijks geloven 2. nog maar korte tijd (geleden) ♢ ik was nauwelijks thuis toen de bel ging Bij...

2024-04-18
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Nauwelijks

Nauw betekende oorspronkelijk: gierig, schriel. Iemand nauw houden werd gebruikt in de zin van: iemand kort houden, hem niet veel (financiële) vrijheid laten. Nauwelijks betekent dan ook: met moeite, bijna niet en, als het betrekking heeft op de tijd: pas. Men zegt: hij is nauwelijks volwassen. In de laatste tijd is het gewoonte geworden nauwe...

2024-04-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Nauwelijks

adv., amper(oan), skraech(oan), skraechwurk, kweal(i)k, krapoan, mar sahwat-sahwat, sa ja sa né.

2024-04-18
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nauwelijks

bw., 1. bijna niet: het is nauwelijks te geloven; hij kon nauwelijks lezen en schrijven; 2. juist, pas: ik was nauwelijks thuis, of ik kreeg bezoek.

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nauwelijks

bw. (ternauwernood, pas): ik was nauwelijks thuis, of daar stond mijn vriend al.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nauwelijks

('nouwələks) bw. 1. bijna niet: hij was zich dat- bewust. 2. pas :-was de slag geleverd, of...; ermee begonnen, gevoelde ik mij…