Natje
Zie Donatus
Wiktionary (2019)
natje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord nat
Van Dale Uitgevers (1950)
o., g. mv., drank, alleen in vaste verb.: hij houdt van zijn natje en droogje, hij eet en drinkt graag goed.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (g. mv.), drank, alleen in vaste verbinding: hij houdt van zijn natje en droogje, hij eet en drinkt graag goed.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: