Wat is de betekenis van Natiepaard?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

natiepaard

(1900) (scheldw.) grote, plompe vrouw. Eigenlijk gewestelijk voor een zwaar trekpaard. Vermeld door Van Dale met het label ‘figuurlijk; minachtend’. Synoniemen zijn karrepaard* en molenpaard*. • (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. 1900) • Een natiepeerd (Vrouw, zoo groot en zw...

2024-04-20
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Natiepaard

grote, plompe vrouw. Eigenlijk gewestelijk voor een zwaar trekpaard. Vermeld door Van Dale met het label ‘figuurlijk; minachtend’. Synoniemen zijn karrepaard en molenpaard.Zwijg, gekerkerde ellendeling! Zwijg, afgejakkerd natiepaard! Ik zal je weten te vinden, want ik ben Denkbaar! (W.F. Hermans, De God Denkbaar Denkbaar de God, 1968)

2024-04-20
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

natiepaard

(het, -en) zwaar trekpaard dat voor de natiewagens gespannen werd voor vervoer van en naar de havenbedrijven.<fig.> lijvige, logge vrouw.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Natiepaard

o. (-en), (Zuidn.) zwaar paard dat voor de natiewagens gespannen wordt; (fig.) zware, logge vrouw.

2024-04-20
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Natiepaard

Vlaamse naam voor zwaar trekpaard.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

natiepaard

o. natiepaarden (Z.-N. zwaar trekpaard).

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Natiepaard

o. (-en), (Zuidn.) zwaar paard dat in de natiewagens gespannen wordt; — (fig.) zware, logge vrouw.

Gerelateerde zoekopdrachten