Wat is de betekenis van nasporen?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nasporen

nasporen - Werkwoord 1. ergatief (verouderd) achter mens, dier of voertuig aangaan door het volgen van dezelfde, bekende route We nemen een trein later en sporen jullie na. 2. (ov) het trachten te achterhalen welke weg een mens, dier of voertuig is gegaan, het natrekken van het verl...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Nasporen

v., neispoare, -speure, -fiskje.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nasporen

(spoorde na, heeft en is nagespoord), 1. het spoor (van iem. of iets) volgen; 2. door onderzoek en overleg op het spoor komen van iets dat men eerst niet weet: de oorzaken van de oorlog, een geheim nasporen; 3. nauwkeurig onderzoeken, doorgronden; 4. met de spoortrein volgen: iem. nasporen.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nasporen

spoorde na, h. nagespoord (zoekend het spoor volgen: door onderzoek en overleg op het spoor komen van iets, dat men eerst niet wist: iets nauwkeurig onderzoeken): in de Bijbel de oorspronkelijke bet. van een uitdrukking nasporen, onderzoeken.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nasporen

('na:) (spoorde na, heeft nagespoord) 1. op het spoor nazoeken: de hond spoort het wild na. 2. op het spoor van iets komen: verborgen zaken -. 3. nauwkeurig onderzoeken: een toestand in biezonderheden -.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nasporen

(spoorde na, heeft en is nagespoord), 1. het spoor (van iemand of iets) volgen; 2. door onderzoek en overleg op het spoor komen van iets dat men eerst niet weet: de oorzaken van de oorlog, een geheim 3. nauwkeurig onderzoeken, doorgronden.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Nasporen

Het begrip nasporen heeft 2 verschillende betekenissen: 1. nasporen - (spoorde na, heeft nagespoord), het spoor (van iem. of iets) volgen; (fig.) onderzoeken; doorgronden. NASPORING, v. (-en), onderzoek. 2. nasporen - (spoorde na, heeft nagespoord), met den spoorwagen achternarijden.