Wat is de betekenis van nasaal?

nasaal - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) een neusklank nasaal - Bijvoeglijk naamwoord 1. (medisch) met betrekking tot de neus 2. (taalkunde) door de neus komend Woordherkomst Afgeleid van het Latijnse 'nasus' (neus) met het achtervoegsel -aal . Synoniemen nasale medeklinker Verwante begrippen...

(bn.), de neus betreffend. nasaal (v. (m.)), (art) klank die wordt voortgebracht met naar beneden hangend velum, waardoor de luchtstroom (mede) door de neus ontsnapt; b.v. [m], [n] en [ng]

[MLat. nasalis = de neus betreffend, van Lat. nasus = neus] I zn neusklank, spraakklank waarbij tijdens het spreken de toegang tot de neusholte is afgesloten door de huig, waardoor de lucht in de neus meeresoneert. In het Ned. komen geen nasale klinkers voor, wel nasale medeklinkers, nl. m, n, ng en nj; ...

neusklank; door de neus uitgesproken

klank wat deur die neus uitgespreek word, deur die neus uitgespreek; wat op die neus betrekking het.

wat de neus betreft; nasaal geluid: neusgeluid; nasale letter: neusletter.

Onder n. verstaat men: naar de neus gekeerd of gericht of van de neus afkomstig.

(<Fr.-Lat.), I. bn., door de neus uitgesproken: nasale klanken; een nasaal geluid; II. zn. v. (...salen), spraakklank gevormd met behulp van de mond- en de neusholte.

(Lat.), neusklank, neusletter.