Wat is de betekenis van Namur?

2024-04-24
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Namur

Namen.

2024-04-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Namur

Namen.

2024-04-24
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Namúr

Namen.

2024-04-24
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Namur

m. Namen (in België).

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Namur

➝Namen.

2024-04-24
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Namur

fransche naam voor Namen, zie aldaar.

2024-04-24
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Namur

lat. Namurcum, vlaamsch Namen, stad in België, aan de samenvloeiing van de Maas en de Sambre, 13 uren gaans bezuidoosten Brussel, heeft 26.000 inw., is eene sterke vesting, en de hoofdplaats der belgische provincie ÜT. (circa 67 vierk. mijlen, met 298,000 zielen), was reeds in de 10e eeuw een onafhankelijk graafschap, dat, na inmiddels ee...