Wat is de betekenis van namens?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

namens

namens - Voorzetsel 1. iemand in naam vertegenwoordigend Hij werd door de dominee namens de gehele gemeente bedankt. Woordherkomst van genitief van naam

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

namens

namens - voorzetsel uitspraak: na-mens 1. uit naam van, als vertegenwoordiger van ♢ ik feliciteer je namens de hele groep Voorzetsel: na-mens

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

namens

in die naam van.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Namens

praep., út namme fan.

2024-04-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Namens

namens, genaamd; uit naam van.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Namens

bw., in de naam, uit naam van: ik moet u ook namens mijn familie bedanken.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

namens

vz., beter: uit naam van.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

namens

('naməns) vz. uit naam van: hij vroeg het de vorst.