nakomeling - zelfstandig naamwoord uitspraak: na-ko-me-ling 1. iemand die een bepaalde ander als voorouder heeft ♢ opa Elvis is gestorven zonder nakomelingen Zelfstandig naamwoord: na-ko-me-ling de nakomeling de nakomelingen het nakomelingetje Synoniemen afstammeling, nazaat, telg
Nakomeling m. en v. (-en), afstammeling; de nakomelingen, het nageslacht. NAKOMELINGE, v. (-n).