Wat is de betekenis van nakijken?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nakijken

nakijken - Werkwoord 1. iets ~: corrigeren van een geschreven tekst of huiswerk Eén voor één keek de leraar alle proefwerken na. 2. iets/iemand ~ : een blik werpen op (iets of) iemand die vertrekt Ik keek haar na tot ze de hoek...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

nakijken

nakijken - onregelmatig werkwoord uitspraak: na-kij-ken 1. nagaan of iets in orde is ♢ vader kijkt de rekening altijd goed na voor hij betaalt 1. laat je nakijken! [je bent niet goed wijs!]...

2024-04-25
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Nakijken

Nakijken - 'iemand het nakijken geven': een doelpunt maken. Die iemand is hier dus de keeper.

2024-04-25
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

nakijken

De verwensing laatje nakijken! mist vrijwel elk verband met de letterlijke betekenis ‘controleren, onderzoeken op een ziekte of kwaal’. Zij drukt minachting uit en ergernis en kan weergegeven worden met ‘ga nou gauw, bekijk het maar, je kunt me wat’.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Nakijken

v., neisjen; (turen), neidigerje.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nakijken

(keek na, heeft nagekeken), 1. kijken naar iem. of iets, die of dat heengaat: zo lang zij kon, keek zij de vertrekkende na; kijk de jongen eens even na, of hij geen verkeerde straat neemt; — de mensen op straat zullen je nakijken, zo gek doe je, ben je gekleed enz.; hij had het nakijken, het ontging hem, hij kreeg er niets van;...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nakijken

keek na, h. nagekeken (min of meer gmz. voor nazien: iem., die zich verwijdert, met de ogen volgen; onderzoekend met de ogen nagaan b.v. om te zien, of iets aan bepaalde eisen beantwoordt; nazien): zij keek haar moeder glimlachend na; de les nog eens het schoolwerk nakijken, verbeteren.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nakijken

('na:) (keek, keken na; heeft nagekeken) 1. met de ogen volgen: hij bleef de vertrekkende jongen -; ik mocht -, kreeg er niets van. 2. nazien: de les nog eens -; iemands werk, koffer om te zien of er niets ontbreekt.