Wat is de betekenis van naken?

naken - Werkwoord 1. ergatief dicht naderen, te gebeuren staan ♢ De morgenstond naakte en de vogels begonnen te kwetteren.

naderen (formeel) ‘De gedachten zijn vrij, geen mens kan ze naken, geen jager ze raken, de gedachten zijn vrij.’ In mezelf zong ik het lied van de vrijzinnigen soms. (Het Nieuwsblad) Een beetje archaïsch woord voor 'naderen', dat in Vlaanderen vaker wordt gebruikt dan in Nederland, waar het een zwe...

naderbij komen

(naakte, is genaakt), naderen, naderbij, nabij komen: het jaar der vrijlating naakt; naak mij niet; het nakende onweder; — (w. g.) de nakende dood; het nakend gevaar.

naakte, is genaakt (naderbijkomen, naderen inz. in lit. t.; Z.-N. aanraken): de vijand naakt; Z.-N. naak mij niet.

('na:kən) (naakte, is genaakt) naderen; de bevinding naakt alreeds: het -de onweder; een -d gevaar.

(naakte, is genaakt), (vero.) naderen, naderbij, nabij komen.

...

Naken (naakte, is genaakt), naderen, naderbij, nabij komen: het jaar der vrijlating naakt; naak mij niet; het nakende onweder; — (w. g.) de nakende dood; het nakend gevaar. NAKING, v. het naken.