naijver
naijver - Zelfstandignaamwoord 1. verouderde spelling of vorm van na-ijver van vóór 2006
Wiktionary (2019)
naijver - Zelfstandignaamwoord 1. verouderde spelling of vorm van na-ijver van vóór 2006
Van Dale Uitgevers (1950)
m., 1. wedijver: in edele naijver ontgloeid; 2. afgunst, jaloezie: uw voorspoed maakte zijn naijver gaande.
M. J. Koenen's (1937)
m. (ong. jaloersheid, jaloezie; gunstig: wedijver, stage vlijt om anderen te evenaren of voorbij te streven): een gepaste naijver werkt gunstig in een schoolklas.
Jozef Verschueren (1930)
('na:)m. 1. Eig. gevoel van spijt over het welzijn van een ander: een die niets aan anderen overlaat; iemands gaande maken. Syn. ➝ afgunst. 2. Metn. [gevolg van 1] ijver om een ander voorbij te streven, wedijver: een gepaste aan de dag leggen.
J.H. van Dale (1898)
Naijver m. wedijver, groote inspanning om een ander voorbij te streven: in edelen naijver ontgloeid; — afgunst, jaloezie: uw voorspoed maakte zijn naijver gaande.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: