Wat is de betekenis van nagenoeg?

2024-04-19
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nagenoeg

nagenoeg - Bijwoord 1. voor het overgrote deel Dat is nagenoeg hetzelfde.

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

nagenoeg

nagenoeg - bijwoord uitspraak: na-ge-noeg of na-ge-noeg 1. nog net niet helemaal ♢ dat jasje is nagenoeg nieuw Bijwoord: na-ge-noeg of na-ge-noeg Synoniemen bijna, haast, hoegenaamd, schier, vrijwel, zowat

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

nagenoeg

byna, omtrent, ongeveer.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Nagenoeg

adv., likernôch, fierhinne, in stik hinne, om-ende-by, bineistenby, skraech(wurk), krapoan, amperoan, sahwat, ûngefear, hast.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nagenoeg

bw., op weinig na, zogoed als, vrijwel: het scheelt nagenoeg de helft; het boek is nagenoeg nieuw.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nagenoeg

bw. (zo goed als; bijna; omstreeks): het gebouw is nagenoeg klaar; nagenoeg acht uur.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nagenoeg

(nagə'noech) bw. op weinig na, zogoed als: hij is oppermachtig; altijd; het is 10 uur. Syn. ➝ bijkans.