nagelaar
(19e eeuw) (Barg.) valsaard; oneerlijk iemand. In eerste instantie iemand die ‘nagelt’ bij het knikkeren, d.i. de knikker met de nagel van de duim voortschieten. Een voorbeeld daarvan vinden we terug in de ‘Camera Obscura’ (uit 1883) van Nicolaas Beets: „Een nagelaar is hij ...: wat kan de maatschappij goeds of edels v...