Wat is de betekenis van nadelig?

2024-04-19
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nadelig

nadelig - Bijvoeglijk naamwoord 1. kwalijk, schadelijk Woordherkomst afgeleid van nadeel met het achtervoegsel -ig

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

nadelig

nadelig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: na-de-lig 1. wat nadeel veroorzaakt (waardoor je in een minder gunstige positie bent) ♢ roken is nadelig voor de gezondheid 1. een nadelig saldo [een teko...

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

nadelig

skadelik, ongunstig.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nadelig

bn. bw. (-er, -st), nadeel toe- of medebrengende. schadelijk, ongunstig: de nadelige gevolgen van iets ondervinden; dit is nadelig voor de gezondheid; een nadelige vrede; een nadelig saldo, een tekort; — dat werkt nadelig op de moraliteit.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nadelig

1. bn. (schadelijk, nadeel veroorzakende): de nadelige gevolgen van alcoholmisbruik; 2. bw.: nadelig werken op.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nadelig

('de:ləch) bn. en bw. (-er, -st) nadeel toebrengend: dat besluit is -; de -e gevolgen van iets ondervinden; voor de gezondheid; het -e van die toestand; werken op iemand, iets. Syn. schadelijk. Tgst. ➝ batig.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nadelig

bn. en bw. (—er, nadeligst), nadeel toe of meebrengend, schadelijk, ongunstig: de nadelige gevolgen van iets ondervinden; dit is nadelig voor de gezondheid; een nadelige vrede; een nadelig saldo, een tekort; dat werkt nadelig op het moreel.