nachtrust
nachtrust - Zelfstandignaamwoord 1. een periode in de nacht met weinig of geen activiteit, de slaap ♢ Hij had een goede nachtrust genoten en kon daardoor fris de nieuwe dag beginnen. Woordherkomst samenstelling van nacht en rust
Wiktionary (2019)
nachtrust - Zelfstandignaamwoord 1. een periode in de nacht met weinig of geen activiteit, de slaap ♢ Hij had een goede nachtrust genoten en kon daardoor fris de nieuwe dag beginnen. Woordherkomst samenstelling van nacht en rust
Muiswerk Educatief (2017)
nachtrust - zelfstandig naamwoord uitspraak: nacht-rust 1. toestand waarin je niets merkt van je omgeving ♢ krijg jij wel genoeg nachtrust? Zelfstandig naamwoord: nacht-rust de nachtrust Synoniemen sla...
Van Dale Uitgevers (1950)
v., rust die men ’s nachts geniet, slaap: zij offerde haar nachtrust voor hem op, bracht de nacht wakende, met werken enz. voor hem door.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m., rust die men ’s nachts geniet, slaap: zij offerde haar nachtrust voor hem op, bracht de nacht wakend, met werken enz. voor hem door.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: