Wat is de betekenis van Nachtboog?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nachtboog

m. (...bogen) (sterr.), beneden de horizon gelegen gedeelte van de parallelcirkel van een hemellichaam.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nachtboog

m. nachtbogen (cosm. het beneden de horizon der plaats gelegen deel van de parallelcirkel v. e. hemellichaam); zie dagboog.

2024-04-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Nachtboog

→ Dagboog.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nachtboog

m. (.. bogen) onder de horizon gelegen gedeelte van de parallelcirkel van een hemellichaam.

2024-04-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Nachtboog

Nachtboog, - zie DAGBOOG.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nachtboog

m. (—bogen), beneden de horizon gelegen gedeelte van de parallelcirkel van een hemellichaam. dagboog.

2024-04-25
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Nachtboog

het aanvulsel van den dagboog (zie ald.) tot de 24 uren of 360° waaruit de dagcirkel bestaat; de N. is dus het gedeelte van genoemden cirkel dat een hemellichaam gedurende den nacht doorloopt.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten