Wat is de betekenis van naastenliefde?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

naastenliefde

naastenliefde - Zelfstandignaamwoord 1. liefde jegens de medemens Hij had veel naastenliefde in zich. Woordherkomst samenstelling van naaste en liefde met het invoegsel -n-

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

naastenliefde

naastenliefde - zelfstandig naamwoord uitspraak: naas-ten-lief-de 1. liefde voor de medemens ♢ wie vroeger geen geld had, moest het hebben van de naastenliefde Zelfstandig naamwoord: naas-ten-lief-de de...

2024-03-29
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

NAASTENLIEFDE

zie Naaste, Liefde, Agapè, Altruïsme, Charitas, Dienen, Egoïsme.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Naastenliefde

v., liefde tot de evenmens.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

naastenliefde

v. (liefde tot den evenmens, algemene mensenliefde): de christelijke.

2024-03-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Naastenliefde

(Latijn: Caritas of Charitas) is een bovennatuurlijke deugd, waardoor wij den naaste om God beminnen. Met één en dezelfde liefde beminnen wij God en den naaste: immers onze naaste is geroepen tot de bovennatuurlijke eenheid van leven en liefde met God en het goede, dat wij hem wenschen, is het bezit van God. Zoo is God de beweegreden...

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

naastenliefde

('na:stən) v. liefde tot de naaste.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

naastenliefde

v., liefde tot de evenmens.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Naastenliefde

Naastenliefde v. liefde tot den evenmensch.