naar
naar - voorzetsel 1. in de richting van ♢ we gaan naar Amsterdam 2. in overeenstemming met ♢ het huis is naar zijn idee ingericht 1. alles gaat naar wens ...
Nederlands woordenboek voor onderwijs
naar - voorzetsel 1. in de richting van ♢ we gaan naar Amsterdam 2. in overeenstemming met ♢ het huis is naar zijn idee ingericht 1. alles gaat naar wens ...
CBG|Familienamen
De familienaam Naar is afkomstig uit de Nederlandse Antillen en Suriname.
Nederlands woordenboek (7e druk)
bn. bw. (-der, -st), 1. akelig, ijselijk, treurig, droevig, slecht: nare geschiedenissen; een naar verhaal; wij beleven nare tijden; — hij is er naar aan toe, is erg ziek, verkeert in een ongunstige toestand; — naar weer; 2. benauwend, somber: de nare nacht; de stad scheen geheel verl...
Gerelateerde zoekopdrachten