Wat is de betekenis van naamwoord?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

naamwoord

naamwoord - Zelfstandignaamwoord 1. (grammatica) een woord dat een persoon of zaak noemt, bepaalt of aanduidt Substantieven zijn zelfstandige naamwoorden, adjectieven zijn bijvoeglijke naamwoorden. Woordherkomst samenstelling van naam en woord Verwante begrippen voo...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

naamwoord

naamwoord - zelfstandig naamwoord uitspraak: naam-woord 1. woord dat zegt hoe je iets of iemand noemt of wat voor eigenschap hij heeft ♢ 'tafel' een 'groot' zijn naamwoorden 1. zelfstandig naamwoord ...

2024-04-20
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Naamwoord

(o.), syn. nomen; een woord dat een zaak, een persoon of een eigenschap aangeeft.

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

naamwoord

rededeel wat persoon of saak noem, bepaal of aandui.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Naamwoord

s.n.; bijvoeglijk —, eigenskipswurd (it); zelfstandig —, haednamme.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Naamwoord

o. (-en), (taalk.) woord dat een persoon of zaak noemt, bepaalt of aanduidt: zelfstandig, bijvoeglijk naamwoord.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Naamwoord

of nomen, in de grammatica der Indo-Germaansche talen de alg. benaming voor de verbuigbare woorden, die worden onderscheiden in →substantiva of zelfstandige n. en →adjectiva of bijvoeglijke naamwoorden.