Wat is de betekenis van naadje?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

naadje

naadje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord naad

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Naadje

zie ald.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

naadje

o. (-s), kleine naad; (zegsw.) het naadje van de kous willen weten, het fijne van de zaak.